Litchfield National Park

28 juni 2014 - Darwin, Australië

28 juni

Bij een georganiseerde trip naar een nationaal park heb ik een loeier van een vooroordeel. Ik zie, zoals wij dat thuis altijd noemden, een taartenbus voor me, vol grijze koppen die brullen van het lachen om elke foute mop van de jolige chauffeur/gids. Bij elke stopplaats waar ze geacht worden iets te eten, drinken, kopen en plassen doen ze braaf wat er van hen verwacht wordt en op de terugweg krijgt de chauffeur een applausje. Ik had de trip dan ook uitsluitend geboekt omdat er anders weinig kans was dat ik nog iets van wild Australië te zien kreeg.

Wat jammer dat het precies zo ging. Ik had het bewijs van het tegendeel in dank aanvaard en mijn ongelijk zo graag erkend! De gemiddelde leeftijd was 148, de chauffeur (die overigens wel een chauffeuse was) grapte er de hele dag op los en de meeste aanwezigen vonden haar geweldig. Ze had haar publiek er goed onder, want er waren maar twee mensen in de bus die het vertikten hun veiligheidsgordel om te doen. Zelfs het applausje op de terugweg werd niet vergeten.
Qua wild was de trip de grootste flater aller tijden, want de toegankelijke delen van het nationale park waren van begin tot eind geplaveid, van degelijke bruggen en leuningen voorzien en van wilde dieren ontdaan, want anders zouden de mensen zich kunnen bezeren. Waar de mogelijkheid tot bezeren bestond, waren grote borden met waarschuwingen aangebracht. Veel borden met veel waarschuwingen.
Wat heel wonderlijk was, was dat we als eerste een aantal grote termietenheuvels gingen bekijken en dat onze chauffeuse/gids de hele weg er naartoe niet een keer meldde dat die dingen ook met honderden langs de weg stonden. We hadden daar in het geheel geen speciale reis voor hoeven maken, we hoefden alleen maar naar buiten te kijken. Zij deed gewoon net alsof ze die niet zag. Ze waren wel heel mooi anders.

Wat hebben wij geleerd op deze trip? Bijzonder veel, mensen! Er zijn in Australië 396 soorten termieten. Zij bouwen heuvels van de restanten van het gras dat ze eten, spuug en pies, en daar mogen jullie even om lachen. De omvang van hun heuvel is afhankelijk van het aantal werkers in de kolonie. Er is 1 koningin en haar enige werk is eitjes leggen. Verder zijn er werkers, verzorgers en nog iets, maar toen lette ik even niet op. Als de koningin sterft en er is uit al die eitjes niet een nieuwe koningin gekomen, sterft de hele kolonie binnen een paar dagen uit. Je kunt aan de buitenkant niet zien of een heuvel bewoond is of niet. De termiet is een zeer geliefde bron van voedsel voor vogels, die zelfs hun nest bouwen op een termietenheuvel en daar gewoon met rust worden gelaten door de bewoners. Kruipen de vogeltjes uit hun ei, dan hebben hun ouders een makkie aan het vinden van voldoende eten. Want termieten zijn eiwitbommetjes, mensen, daar worden vogeltjes groot en sterk van, en ook hier mag even worden gegrinnikt. Snappen jullie ook niet wat er zo grappig is? Geeft niet, gewoon even grinniken. Mieren zijn de grote vijanden van termieten, want die zijn dol op landjepik en verjagen de termieten graag uit hun heuvel. Hoeven ze zelf geen moeite te doen om iets te bouwen. Het enige wapen dat de termieten eigenlijk hebben, is dat ze de mieren die de heuvel binnendringen, besproeien met een vloeistof waardoor de mieren naar termiet ruiken, en door hun eigen soort worden gedood als ze weer naar buiten gaan.

We hebben een paar prachtige watervallen gezien en konden overal kleine of iets langere stukjes lopen. Het enige wild dat ik heb gescoord, bestond uit een paar wallaby’s, een heleboel vlinders met mooie kleuren en een gigantische kolonie vleermuizen. Die vleermuizen waren wel tof. Ze hingen met duizenden in de boomtoppen en praatten of ruzieden doorlopend met elkaar. Wat het ook was dat ze daar deden, het was letterlijk een takkenherrie daar boven. Er hing een penetrante ammoniaklucht. Het leukste van de vleermuizenontdekking was dat ik net even alleen was. Als je er met een grote groep mensen onderdoor stampt, maken die beesten natuurlijk niet zo veel lawaai, want ze zijn bang voor mensen. Ik dacht steeds aan de film “Ace Ventura, Pet Detective” met Jim Carrey als huisdierendetective die allergisch was voor guano, oftewel vleermuizenpoep.

Het leukste van de trip was Jan. Een oud-zeeman uit Schiedam die sinds kort na de Tweede Wereldoorlog in Australië woont en het geweldig vond dat er twee Nederlanders in de bus zaten. Hij kreeg niet zo vaak de kans om Nederlands te praten en zat vol mooie verhalen. Hij was op vakantie om te vieren dat hij vijftig jaar getrouwd was. En er was een Engelsman die al even lang in Australië woont en die ons complimenteerde met onze grote medelander Andrew Roo. We keken hem allebei volkomen blanco aan, want helaas wisten we niet wie dat moest zijn. Ach, je weet wel, die man met die krullen! Andrew Roo? Nee, sorry, die kenden we echt niet. Toen kwam hij met violen en Strauss en allerlei andere klassiekers en riepen we in koor: André Rieu! Jaaa, die! Dat was dan weer wel leuk, mensen.

Nou ja. Enfin. Dat was Litchfield. Om het goed te maken, gaan we morgen met de auto naar een krokodillenfarm. Hebben we in elk geval een paar kroks gezien.

Foto’s

1 Reactie

  1. Ciska:
    30 juni 2014
    Ik lach me weer suf om da reclames die deze blogsite er kennelijk automatisch bij zoekt. Zo knap! Dit keer voor houtwormbestrijding.