Wifi, Zen en de rest van de wereld

25 juni 2014 - Darwin, Australië

Grappig hè, dat je problemen en irritaties gaat relativeren als je ontdekt dat je er toch niets aan kunt veranderen. Ze noemen het ook wel loslaten, geloof ik. Heb ik ergens gehoord. Het wifi-probleem was de eerste dagen vervelend, vooral omdat we in Thailand altijd en overal contact hadden met familie en vrienden. Waar je ook keek zaten mensen met hun telefoon te klooien. Daar vinden ze dat belangrijk. Hier niet! In Australië moet je speciaal naar een internetcafé of naar de bibliotheek om de andere kant van de wereld te bereiken. Doe je dat niet, dan laat je je telefoon in je zak zitten, want daar valt toch niets op te zien, kijk je om je heen en maak je een praatje met de mensen die naast je zitten. Hoewel we dat in Thailand ook elke dag deden, is persoonlijk contact hier nog leuker.
We hebben sinds gisteren een ander hotel, vlak bij het centrum, dat we zorgvuldig hadden geselecteerd op de aanwezigheid van wifi. Eenmaal ingecheckt bleek dat wifi a) beschikbaar was na het afrekenen van 6 dollar per uur, b) eigenlijk alleen in de lobby werkt en c) zelfs daar niet echt betrouwbaar is en om de haverklap uitvalt. Achteraf moet ik erg lachen om mijn verontwaardiging. Waarom had ik dat niet ingecalculeerd? Ze vinden het hier gewoon niet belangrijk!
De oplossing voor de wifi-toestand is zo simpel: ik kan gewoon werken op mijn C-schijf en back-ups maken op een stick, zoals ik de hele tijd al doe. Ik kan ’s middags naar de bibliotheek om tussen 3 en 5, als Nederland wakker is, even te whatsappen met iedereen die dat wil. Met de liefste man van de wereld kan ik ’s avonds en ’s morgens vroeg wat sms-jes uitwisselen, en dat is het dan. Prima toch? Zennn, Liesje!

Je ontmoet hier echt de hele wereld. Een van de eerste dingen die je vraagt is: waar kom je vandaan? Om dan na het antwoord meteen te horen en/of te zeggen dat er een familielid, buurman of vriendin uit dat land komt, dat je daar al vaak geweest bent of dat er een ander raakvlak is. En je zit maar zo een half uur te kletsen.
Xenia (Russisch), een van de serveersters in een goed restaurant hier, krijgt zelfs een rol in het boek. Een aantal weken geleden hadden we in de verhaallijn een personage bedacht dat een kleine, maar belangrijke rol speelt in de zoektocht, en nadat we een paar keer lang met haar hadden gepraat, onder andere over het boek, vroeg ik haar of ze het goed vond dat ik haar ‘gebruikte’ in het boek. Ze vertegenwoordigde namelijk alles wat wij al hadden bedacht (dat is tamelijk bizar, maar dat gebeurt steeds: wij bedenken iets en vervolgens komt het uit). Wat mij vooral triggerde, was dat ze vertelde over haar zoon, die morgen 1 jaar wordt. Wim stuiterde zowat over tafel, want hij begreep meteen wat ik van plan was en was daar blij mee, en zij vond het gelukkig ook goed toen we haar uitlegden wat we van plan waren. Vervolgens nodigde ze ons uit om morgen op het feestje van haar zoon te komen. Zij en haar vriend (Fransman, eh ben, dis-donc!) hebben tussen de middag 1 uur vrij en gaan dan samen dat ene kaarsje op de taart uitblazen. En wij mogen helpen blazen; een heel kort 5-persoons feestje dus.

Ik zie reacties staan over mijn knie; misschien ben ik iets te stoer bij jullie overgekomen. De nieuwe knie doet het eigenlijk heel goed; hij buigt iets meer dan 90 graden, meer niet, maar is wel sterk. Wat er nog over is van de oude knie, deed het in het begin wel aardig, maar wil nu totaal niet meer. Er zijn in Thailand al een paar stukken bot en/of kraakbeen afgebroken en die zijn tamelijk irritant in het gewricht aanwezig. Ik draag vandaag voor het eerst de brace die ik van dokter Prittiboj moest kopen (en voor wie het niet weet: dat is een echte doorgestudeerde orthopeed, die hopelijk nooit ontdekt dat ik hem zo noem, anders zaagt hij mijn tweede knie voor straf verkeerd af). In Thailand was die brace echt niet te doen met die hitte, want het is een dik wollen geval dat mijn halve been bedekt, maar hier is het draaglijk en het ding houdt in ieder geval de onderdelen nog wat bij elkaar. Gisteravond ben ik op de terugweg naar het hotel een paar keer door mijn knie gezakt en kon ik alleen slapen dankzij mijn witte vrienden, P en C Mol. Waarom ik dan toch elke keer naar de fitnessruimte ging? Een poging om de spieren wat te versterken en de nieuwe knie soepel te houden. Was gedeeltelijk een succes.
Dat slecht functionerende onderdeel is ook de reden dat het misschien wel een zegen is dat de tocht door de outback niet doorgaat. Als ik eerlijk ben, denk ik niet dat ik het er heelhuids vanaf had gebracht. Waarschijnlijk had ik met de Flying Doctors weer moeten worden afgevoerd. Ik geef toe: dat zou voor jullie een schitterend verhaal zijn, maar ik ben er toch liever niet het lijdend voorwerp van.

Wim gaat vandaag weer een fiets huren en kilometers maken, ik zit nu in een drukke koffietent te schrijven en ga straks langs een paar omwegen (cadeautje voor de jarige) naar de bibliotheek om deze blog te publiceren en nog een stukje verder te schrijven. Ik zit me hier weer eens te realiseren wat een geluksvogel ik ben. Wie overkomt zoiets nou? Waar heb ik het aan verdiend?

Foto’s

2 Reacties

  1. Ciska:
    25 juni 2014
    Bijna ongelooflijk hoe we dat vroeger deden: in Mexico in 1996 kon het zo een week duren voordat je weer een postkantoor had gevonden waar je collect kon bellen. En dan maar hopen dat pap en mam thuis waren.. En dat pap niet per ongeluk al dood en begraven was...
    Nu word ik in de trein al gillend gek als de mail het even niet doet!
    Wat jammer van je knie, zeg. Knap hoe je ermee omgaat en je leven er niet door laat verzieken. Hopelijk komen er weer betere tijden.
  2. Annemarie:
    28 juni 2014
    Op jouw laatste vraag is maar één antwoord mogelijk......there must be something good in my childhood...........